De wereldberoemde architect Ben van Berkel merkt dat zijn vak steeds meer ‘puzzelen’ wordt, met gezondheid als speerpunt.
©️FD, MICHOU BASU
Van Berkel is een drukbezet man. UNStudio, dat hij heeft opgezet met zijn voormalige echtgenote, kunsthistoricus en stedenbouwkundige Caroline Bos, sleept project na project binnen. De komende tijd werkt hij aan een verdicht station in Madrid, luchthavens in het Midden-Oosten en in Zuid-Korea lopen zelfs acht grote projecten. ‘Daar zijn architecten sterren’, zegt de ontwerper van de Erasmusbrug. ‘Soms gaat mijn assistent mee op reis en die verbaast zich erover met hoeveel respect en egards je er wordt onthaald.’
Driehonderd mensen werken bij UNStudio, verdeeld over Amsterdam, Azië, Australië, Dubai en de Verenigde Staten. Hij heeft moeten leren om het managementwerk uit handen te geven, zodat hij zich weer kon verdiepen in het vak. ‘Ik was 60% van de tijd aan het managen en 40% aan het ontwerpen. Nu coördineer ik zelf weer 70% van al het ontwerpwerk. Andere architecten geloven dat niet, die denken dat ik alleen maar reis, maar dat is niet zo.’
Soms werkt hij lang aan één project. ‘Die mensen worden vaak vrienden, omdat je intensief met ze werkt.’ Zo is Norman Foster (88) een vriend, net als Renzo Piano (85). Veteranen, maar van stoppen willen ze niets weten. De veel jongere Van Berkel ook niet. ‘Architecten gaan niet met pensioen, die werken door. Ik denk dat mijn beste tijd nog komt. Ik sta fit en alert in het vak.’
‘Dit is een fascinerende en tegelijkertijd ingewikkelde tijd. Er staat veel druk op architecten, je hebt met hoge budgetten. Je moet alles voortekenen en een compleet voorlopig ontwerp maken met 3D-voorbeelden, plattegronden en berekeningen over hoe duurzaam het gebouw is.’
Oprekking van de professie noemt hij dat. ‘De puzzel wordt ingewikkelder. Ik ben een schaker, dus ik vind dat leuk.’ Neem het nieuwe hoofdkantoor van Booking.com in Amsterdam. Van Berkel bedacht een systeem dat de lucht verticaal wegzuigt. ‘Zodat bacteriën niet van de ene naar de andere persoon rollen.’ Hij glimlacht. ‘Ja, dat hadden wij al voor covid bedacht.’
Sociale gezondheid
Van Berkel vertelt hij over zijn onderzoeken op Harvard naar de invloed van de omgeving op je functioneren. Sinds 2011 bekleedt hij daar de Kenzo Tange-leerstoel. Zijn collega's begrepen hem niet. ‘“Voor gezondheid hebben we een andere afdeling” zeiden ze. Ze associeerden gezondheid met het uiterlijk. Onzin. Ook architecten als Le Corbusier, Aalto en Van Eyck waren geïnteresseerd in de sociale gezondheid van de gebouwde omgeving. Ik dus ook, maar op een moderne manier.’
‘We praten altijd over de planeet die ongezond is, en daar moeten we absoluut wat aan doen, maar het binnenklimaat is veel erger. En 80% van onze tijd zitten we binnen. Ik verbaas me erover dat daar zo weinig aandacht voor is. Met een gezond gebouw kan je waarde creëren.’ Hij somt op: ‘Je kunt het ziekteverzuim reduceren, er mensen mee werven, maar het ook goed verkopen.’ Met dat laatste doelt hij op de verkoop door Booking Holdings, eigenaar van het nieuw gebouwde hoofdkwartier, aan een investeringstak van de Duitse bank Deka voor €566,3 mln. Meer dan het dubbele waarvoor Booking.com de opdracht verleende aan de partij die het in opdracht ontwikkelde, volgens Van Berkel. ‘Het loont om investeerders enthousiast te maken voor thema’s als gezondheid en het nieuwe werken.’
‘Ik geloof niet meer in klassieke kantoorgebouwen. Bij de grote bedrijven werkt 35% thuis, daar zijn niet alle firma’s blij mee. Ze moeten nadenken over hoe mensen willen werken.’
Dat gebeurt volgens hem sinds de Booking.com-campus nu vaker. ‘We zien dat ook andere opdrachtgevers met hun gebouwen iets voor hun mensen willen doen. Ons wordt gevraagd om goed bereikbare, aantrekkelijke locaties met plezierige werkplekken. Met sportfaciliteiten en cafés, waar personeel terecht kan voor een gezonde lunch.’
Een recent fenomeen is de rol van de investeerder die vaak direct contact zoekt met de architect. ‘Dat komt doordat ze strenger worden aangestuurd door de laag erboven. Ze moeten bewijzen dat het gebouw duurzaam is, greenwashen is er niet meer bij.’ Dat vindt hij een fijne ontwikkeling, omdat duurzaamheid eindelijk serieus wordt genomen.